Woordenlijst | Telescoop accessoires | Prestaties | Beeldveld
Hoe groter het beeldveld, hoe groter het werkelijke gezichtsveld van de hemel.
Het werkelijke gezichtsveld komt voort uit het eigen beeldveld van het oculair en de vergroting volgens deze formule:
Werkelijke gezichtsveld = beeldveld / vergroting
De vergroting is wederom het resultaat van de verhouding tussen de brandpuntsafstanden van de telescoop en het oculair.
De grootte van het zichtbare gebied van de hemel hangt zowel af van het beeldveld als van de brandpuntsafstand van het oculair en van de brandpuntsafstand van de telescoop.
Voorbeeld: een Super-Plössl-oculair met een beeldveld van 52° en een brandpuntsafstand van 10 millimeter resulteert bij een telescoop met een brandpuntsafstand van 1000 millimeter in een 100-voudige vergroting en een gezichtsveld van 0,52°. Dit komt ongeveer overeen met de hoekdiameter van de Maan. Met deze combinatie van telescoop en oculair is hij vrijwel in zijn geheel te bekijken.
Een oculair met een groot beeldveld en een lange brandpuntsafstand toont een groot deel van de hemel. Bij een oculair met een kortere brandpuntsafstand neemt de vergroting toe, maar wordt het zichtbare deel van de hemel kleiner. Daarom moet men voor meer overzicht bij het observeren met een oculair met lange brandpuntsafstand beginnen en vervolgens naar hogere vergrotingen toewerken.