Meer dan 7500 artikelen uit voorraad leverbaar
Laagsteprijsgarantie
Uw partner voor astronomie

Woordenlijst | Verrekijkers | Toepassingsgebieden | Vogelspotten

Merel, lijster, vink of spreeuw? Een verrekijker helpt enorm bij het opsporen en identificeren van vogels.

Voor natuur- en vogelobservaties bevelen wij verrekijkers aan met een frontlensopening van ten minste 30-50 mm. De vergroting moet tussen 7 keer en 12 keer liggen. Meer heeft zonder statief geen zin. Met een lagere vergroting kunt u de details in het verenkleed niet zien, die belangrijk kunnen zijn voor de determinatie.

Het gebruik van speciale glassoorten of lensconstructies vermindert de chromatische aberraties en maakt het ook gemakkelijker het waargenomen object te herkennen. Voor gedetailleerde waarnemingen op grotere afstanden raden wij het gebruik van een extra spotting scope aan.

U kunt hier lezen welke criteria wij hanteren bij de beoordeling van verrekijkers voor natuur- of vogelobservaties...

Wat is belangrijk aan een verrekijker voor het spotten van vogels?

Een verrekijker krijgt de beoordeling "zeer goed" als hij aan de volgende punten voldoet:

  • De vergroting mag niet kleiner of groter zijn dan 8 - 12 keer.
  • De frontlensdiameter moet ten minste 40 mm bedragen.
  • Een uittredepupil van 4 mm of meer biedt voldoende helderheid om bij dageraad of in de schemering details in het verenkleed goed te kunnen zien.
  • Het gezichtsveld mag niet minder dan 110 meter beslaan, zodat u ook vogels in de vlucht goed kunt volgen.
  • De minimale scherpstelafstand mag niet meer dan 3 meter bedragen.
  • Bovendien moet de verrekijker waterdrukdicht zijn en gebruik maken van lensmateriaal van hoge kwaliteit om aberraties te beperken.
  • Storende beeldelementen zoals een kompas of een streepplaat verminderen de beoordeling met één punt.

Voor een "goed" moet een verrekijker deze waarden behalen:

  • Vergroting: 7 – 12 keer
  • Frontlensdiameter: min. 32 mm
  • Uittredepupil: min. 3 mm
  • Gezichtsveld: min. 100 m
  • Minimale scherpstelafstand: max. 5 m

Voor een "gemiddeld" is voor ons voldoende:

  • Vergroting: 7 – 15 keer
  • Uittredepupil: min. 2,5 mm
  • Minimale scherpstelafstand: min. 10 m

Verrekijkers met een te lage of te hoge vergroting, of waarvan de uittredepupil kleiner is dan 2,5 mm, of die niet kunnen worden scherpgesteld tot op een afstand van 10 m, worden door ons "niet aanbevolen" voor het vogelspotten.

Natuurlijk kan een dergelijke verrekijker worden gebruikt om thuis vogels bij het vogelvoederhuisje te observeren, maar voor serieuze ornithologie zijn zakverrekijkers of verrekijkers met scherpstelling op elk oculair apart niet aan te bevelen.