Gebruik uw Nikon-objectief als optiek voor CCD-opnamen. De lensadapter kan rechtstreeks op het objectief worden aangesloten en past op de T2-buiten schroefdraad. U kunt vervolgens de complete eenheid op een fotostatief bevestigen of met een geschikte prisma-rail parallel aan de telescoop monteren.
Toepassingsgebieden:
- Opnamen met CCD- en videocamera's met Nikon-objectieven
- Gebruik van Nikon-lenzen voor autoguiding bij astrofotografie
Voor welke objectieven is de lensadapter geschikt:
De adapter is geschikt voor alle Nikon-lenzen en ook voor lenzen van andere fabrikanten met een Nikon-bajonetsluiting. Opmerking: bij het bevestigen van de lens wordt het diafragma automatisch volledig geopend. Afstoppen met een diafragmaring is hier niet mogelijk.
Voor welke camera's is de lensadapter geschikt:
Door de korte optisch effectieve lengte van de adapter van slechts 19 mm kunt u vrijwel alle CCD-camera's, videocamera's met C-mount schroefdraad en camera's van Imaging Source aanpassen. Aangezien de meeste camera's een zeer kleine afstand tussen de chip en de aanschroefdraad hebben, heeft u mogelijk nog T2 verlengringen nodig om de juiste afstand tussen objectief en camera te verkrijgen.
Bevestiging van de lens op de adapter:
Voordat u de lens op de adapter bevestigt, draait u de borgring volledig tot aan de aanslag. Draai vervolgens de lens met de bajonetsluiting in de adapter tot aan de aanslag. Draai daarna de borgring weer los totdat de lens vastzit.
Praktische tips:
Lenzen hebben altijd een gestandaardiseerde afstand van 45 mm tussen de bajonet en het brandpuntsvlak. U moet dus de afstand tussen de aanschroefdraad van uw camera en de chip kennen. Een blik in de handleiding helpt meestal. Trek vervolgens deze afstand af van de 45 mm. Trek daarna de 19 mm bouwlengte van de lensadapter af. Zo weet u hoeveel millimeter u moet overbruggen om de optimale afstand tussen camera en objectief te verkrijgen.