De MaxBright® II binoviewer overbrugt de kloof tussen de voordelige instapmodellen en de hoogwaardige Mark V-binoculair met groot gezichtsveld van Baader.
- 27 mm prisma's met 26/25,5 mm vrije doorlaat, verlicht alle 1,25"-oculairs – tot een brandpuntsafstand van 35 mm
- Ergonomische ClickLock®-oculairklemmen met dioptriecorrectie
- Verkrijgbaar in sets met diverse accessoires en aansluitingen voor telescopen
Een gevoerde koffer is bij de levering inbegrepen.
De MaxBright® II binoviewer onderscheidt zich in talrijke details van goedkopere modellen:
- De behuizing, waarin de 27 mm grote prisma's zijn ondergebracht, is vervaardigd volgens de originele Carl ZEISS-constructietekeningen van de grootbeeldbinoculair. De handige lederen bekleding biedt extra grip wanneer u de binoculair met zware oculairs in de hand houdt.
- Aan de oculairzijde vallen meteen de nieuw ontworpen, zelfcentrerende ClickLock®-oculairklemmen met dioptrie-instelling op. Dankzij de roestvrijstalen oculairbevestigingen bieden ze de hoogste stabiliteit. De hoogwaardige klemmen vormen het laatste onderdeel van het nauwkeurig gecollimeerde optische systeem, dat is ontworpen voor de hoogste vergrotingen.
- In de MaxBright® II zijn alle optische oppervlakken voorzien van een 7-laags meerlaagse antireflectiecoating. De prismastukken (houders) komen nu overeen met de constructie in de Mark V grootbeeldverrekijker. De vrije opening bedraagt aan de telescoopzijde 26 mm en aan de oculairzijde 25,5 mm – hierdoor worden zelfs onze 35 mm eudiascopische oculairs zonder vignettering verlicht.
- Aan de telescoopzijde is naar keuze een T2-moer of een ringzwaluw met originele ZEISS-microbajonet beschikbaar – beide aansluitmogelijkheden zijn bij de levering inbegrepen en maken een korte aanpassing aan alle gangbare schroefdraden mogelijk. In vergelijking met vast gemonteerde steekhulzen bespaart dit aanzienlijk op de bouwlengte.
De MaxBright® II is compatibel met alle Baader Glaswegkorrektoren ®. Deze correctielenzen verplaatsen het brandpunt naar buiten, zodat u ondanks de ongeveer 10 centimeter backfocus van de binoculair toch zeker scherp kunt stellen. Bovendien compenseren ze de kleurfout die anders bij telescopen tussen f/4 en f/7 door de prisma's zou worden geïntroduceerd. Glaswegkorrektoren® zijn geen eenvoudige barlow lenzen, ook al lijken ze daarop. Om deze reden is de naam Glaswegkorrektor® ook gedeponeerd als handelsmerk.
Om de Glaswegkorrektor® te kiezen, moet u de backfocus van uw telescoop kennen; instructies voor het bepalen van de backfocus vindt u in de gebruiksaanwijzing van de Maxbright® II binoculair.
Bij de levering is een steekhulzenadapter inbegrepen die in de T2-draad van de binoviewerbehuizing kan worden geschroefd.
Meer over binoculaire opzetstukken: Bij een enkelvoudig zicht gebruikt u slechts een fractie van uw hersencapaciteit. In feite bestaat er in de hersenen een "noodschakeling" zodat ook met één oog verkregen beeldinformatie naar beide hersenhelften kan worden verdeeld, maar de hersenen hebben dan geen mogelijkheid om de "beeldfouten" en vooral de "zenuwwaart" correct te interpreteren, die onvermijdelijk optreedt bij energietransport - net als bij een CCD-beeld!
Net zoals u als eigenaar van een CCD-camera of webcam meerdere opnames op het scherm over elkaar legt, d.w.z. beelden 'verwerkt', kan ook de hersenen bij het zien met beide ogen de verschillende informatie uit beide ogen over elkaar leggen en op deze manier - telkens opnieuw in milliseconden - alle ontbrekende delen wegrekenen die geen effectief beeldelement vormen.
Het is dan ook geen wonder dat u bij observatie met één oog na enkele minuten onwillekeurig pauzes moet inlassen die uw hersenen nodig hebben omdat ze door het extreem geconcentreerde kijken gewoon overbelast raken. Bij binoculair zien bestaat dit probleem niet! U kunt zo lang kijken als u wilt en blijft ontspannen. Zelfs bij een sterk beperkt gezichtsvermogen in één oog zorgt de geringere spanning voor een enorme verbetering van de waarnemingskwaliteit.
Vaak wordt als kritiek aangevoerd dat bij een binoculaire benadering het licht over twee zichtkanalen wordt verdeeld, waardoor slechts 50% van de lichtintensiteit in elk oog terechtkomt. Dit argument weerhoudt veel mensen ervan om zelf te ervaren wat voor revolutionair effect binoculair zien heeft. Maar wat hierbij wordt vergeten, is dat 50% van het licht in elk oog terechtkomt en dat uiteindelijk dezelfde energie weer wordt verenigd in de hersenen (meer precies in de achterhoofdsknobbel).
Wat men dan ziet, is dus geenszins 50% donkerder, zoals wordt beweerd. Het werkelijke voordeel is alleen zichtbaar voor iemand die het zelf heeft geprobeerd en een paar minuten met deze manier van zien heeft geoefend. Uiteindelijk lijkt het beeld niet donkerder, maar gedetailleerder, moeitelozer en mooier.
